Taal en emoties combineren
1. Gevoelensmemory
Doel: Woordenschat uitbreiden rondom emoties en situaties.
Wat heb je nodig: Memorykaartjes met gezichten (of emotiekaarten van internet).
Zo doe je het:
Leg alle kaartjes omgekeerd op tafel.
Draai om de beurt twee kaartjes.
Bij een goed paar zeg je samen de emotie én een zin erbij, bijvoorbeeld: "Ik ben boos als iets niet lukt."
Variatie: Gebruik ook echte foto's van gezinsleden.
2. De knuffelkring
Doel: Emotieregulatie, beurtgedrag en zelfexpressie oefenen.
Wat heb je nodig: Eén knuffel of bal.
Zo doe je het:
Zit in een kring.
Degene met de knuffel zegt: "Vandaag voelde ik me..." en vult aan.
Daarna mag de volgende.
Tip: Houd het kort en positief. Eén ronde per dag is genoeg.
3. Spiegelspel
Doel: Non-verbale communicatie koppelen aan taal.
Wat heb je nodig: Geen materiaal, alleen elkaar.
Zo doe je het:
Kijk elkaar aan.
De één trekt een gezicht (boos, blij, verbaasd).
De ander raadt de emotie en zegt een zin: "Je kijkt blij omdat..."
Variatie: Gebruik een spiegel om samen te oefenen.
4. Emotiekleuren
Doel: Emoties herkennen, benoemen en bewegen tegelijk.
Wat heb je nodig: Gekleurde cirkels (papier of tape).
Zo doe je het:
Leg kleuren neer: rood = boos, geel = blij, blauw = verdrietig, groen = rustig.
Zeg een zin met gevoel ("Ik ben blij omdat het vakantie is.")
Je kind springt op de juiste kleur.
Extra: Laat je kind zelf zinnen verzinnen.
Is het werken met kleuren lastig? Teken de emoties erbij, bijvoorbeeld: een blij gezicht, een boos gezicht, etc.
5. Rollenspel "Wat als..."
Doel: Emoties begrijpen en sociaal inzicht vergroten.
Wat heb je nodig: Poppen, knuffels of Playmobil.
Zo doe je het:
Speel een kort verhaaltje: "Het popje wil meespelen, maar de beer zegt nee."
Vraag: "Hoe voelt het popje nu?" en "Wat kan de beer doen?"
Wissel daarna de rollen.
Resultaat: Je kind leert gevoelens herkennen, verwoorden en oplossen.