Logopedie nieuws

Communicatieve Voorwaarden - Voor je kind leert praten… moet er iets anders groeien

Com­mu­ni­ca­tie­ve Voor­waar­den - Voor je kind leert pra­ten… moet er iets an­ders groei­en


Je kind leert niet van de ene op de andere dag praten. Daarvoor moeten eerst andere dingen op hun plek vallen. Net als bij fietsen: voor je kunt trappen, moet je eerst je evenwicht kunnen houden.Die basis noemen we de communicatieve voorwaarden. Ze vormen de ‘bodem’ waarop taal kan groeien.Wat zijn communicatieve voorwaarden?Het zijn de bouwstenen die nodig zijn om tot echte communicatie te komen. Zonder die voorwaarden is praten vaak te moeilijk, te snel, of niet logisch voor je kind.Belangrijke voorwaarden zijn:Aandacht en concentratieKan je kind zijn aandacht ergens bij houden? Naar jouw gezicht kijken? Reageren op geluiden of beweging?Contact makenZoekt je kind oogcontact? Reageert het op jouw stem, je aanraking of je gezichtsuitdrukking?ImiterenDoet je kind jou na? Klanken, gebaren, bewegingen?WisselwerkingWacht je kind op jouw reactie? Neemt het beurten in een spelletje? Is er iets van ‘samen doen’?BegripBegrijpt je kind eenvoudige aanwijzingen of gebaren? Kijkt het naar wat jij aanwijst?Motivatie om te communicerenWil je kind iets duidelijk maken? Trekt het je mee? Maakt het geluidjes of gebaren om iets gedaan te krijgen?Waarom zijn die voorwaarden zo belangrijk?Omdat taal pas betekenis krijgt als je kind leert: ik doe iets – en jij reageert.Daar groeit communicatie uit: actie → reactie → herhaling → betekenis.Zonder die fundamenten voelt taal als ruis. Kinderen die moeite hebben met die voorwaarden, praten vaak laat, weinig of oppervlakkig. Ze wijzen liever, trekken aan je hand, of lijken ‘in hun eigen wereld’ te zitten.Wat kun je als ouder doen?Geef rust en ruimteGebruik korte zinnen, wacht op reactie, laat stiltes vallen.Speel oog-in-oogGa op de grond zitten, kijk mee, volg je kind in plaats van te sturen.Imiteer je kindHerhaal zijn geluidjes, gebaren of mimiek – en wacht wat er gebeurt.Bouw voorspelbare routines inLiedjes, boekjes, kietelspelletjes: alles wat herhaalbaar is, versterkt communicatie.Gebruik natuurlijke gebarenWijs, klop op je borst bij “ik”, zwaai bij “dag”. Kinderen leren taal eerst met hun lijf.Zoek contact, niet woordenAls je kind geen klanken maakt: reageer op de blik, het gebaar of de intentie.Contact is altijd het begin.Praten begint niet met woorden. Het begint met aandacht.Communicatieve voorwaarden zijn geen losse vaardigheden. Het zijn relatievaardigheden.Je kind leert:  ‘Ik ben de moeite waard om naar te luisteren.’En precies dáár groeit taal.Ben je benieuwd naar de ontwikkeling van de communicatieve voorwaarden van je kind?Download de Praatjuf Checklist Communicatieve Voorwaarden.

18 augustus 2025
Klaar voor groep 3: spelenderwijs bouwen aan auditieve vaardigheden

Klaar voor groep 3: spe­len­der­wijs bou­wen aan au­di­tie­ve vaar­dig­he­den

De overgang naar groep 3 is een mijlpaal. Kinderen leren lezen, schrijven en sommen maken. Maar vóórdat die letters betekenis krijgen, moet er iets anders stevig staan: auditieve vaardigheden. Zonder een goed gehoor voor klanken is lezen net zo lastig als fietsen zonder trappers.Waarom auditieve vaardigheden onmisbaar zijnAuditieve vaardigheden zijn de stille helden achter het leren lezen. Kinderen moeten klanken kunnen onderscheiden, woorden kunnen hakken en plakken, en rijm herkennen. Deze vaardigheden vormen de basis voor klank-tekenkoppeling.5 simpele maar krachtige opdrachten Klankensafari in huis: zoek samen voorwerpen die beginnen met dezelfde klank. Laat je kind de klank benoemen en herhalenHakken en plakken aan tafel: zeg een woord in losse klanken (s-o-e-p) en laat je kind het samenvoegen. Of andersom: je kind hakt een woord in klanken.Rijmronde op de fiets: zeg een woord en laat je kind rijmen. Begin simpel en verzin eventueel samen een rijmverhaal.Met een knuffel: fluister een zin naar je kind en laat die het doorfluisteren. Komt het goed terug?Wie hoort het eerst?: kies drie klanken en lees een verhaaltje. Laat je kind klappen als het een klank hoort.Tot slotMerk je dat je kind moeite heeft met klanken of lezen ontwijkt? Bespreek dit met de leerkracht of logopedist. Vroeg erbij zijn maakt écht verschil.“Groeien in taal begint met luisteren naar de kleine, grote stappen van je kind.”

10 augustus 2025
Lezen in groep 3: als het niet vanzelf gaat

Lezen in groep 3: als het niet van­zelf gaat

In groep 3 maken kinderen de overstap van ‘leren praten’ naar ‘leren lezen’. Voor veel kinderen is dat een spannende, maar ook leuke stap. Toch blijkt dat sommige kinderen moeite hebben met het leren lezen. En dan kan de sfeer thuis én op school snel omslaan.Hoe merk je dat lezen moeilijk gaat?Lezen is niet zwart-wit. Kinderen leren in hun eigen tempo. Maar sommige signalen vragen wél extra aandacht:Je kind raakt gefrustreerd tijdens het lezenHet herkent losse letters, maar heeft moeite met klank-tekenkoppelingHakken en plakken gaat moeizaamKorte woordjes (zoals ‘pen’ of ‘mijn’) kosten veel moeiteJe kind vermijdt lezen en zegt dingen als “ik kan het niet”De juf merkt op dat je kind achterloopt in de klasHerkenbaar? Dan is het goed om te kijken wat je als ouder kunt doen.Wat kun je als ouder doen?Begin bij het gevoelAls lezen frustratie oproept, helpt het om de druk van de ketel te halen. Een kind dat zich veilig voelt, durft fouten te maken. En dat is nodig om te leren.“Het gaat niet om hoeveel je leest, maar dát je het probeert.”Maak het oefenen leukKinderen leren beter als het speels en herkenbaar is. Denk aan:Samen klanken zoeken in speelgoed of boekenWoordspelletjes tijdens het eten of in de autoKorte oefeningen met plaatjes en klanken, in een vast ritmeGebruik alledaagse momenten om spelenderwijs te oefenen: bij het tandenpoetsen, tijdens het opruimen of als je samen naar de winkel gaat.Overleg met schoolVraag de leerkracht wat er geoefend wordt. Thuis kun je dat dan op een ontspannen manier ondersteunen. Steeds meer scholen bieden ook digitale oefenprogramma’s aan die ouders mee naar huis kunnen nemen.Wanneer is logopedie zinvol?Als de basisvaardigheden moeizaam op gang komen, kan logopedie uitkomst bieden. Denk aan:Moeite met klank-tekenkoppelingProblemen met het hakken en plakken van klankenFrustratie of faalangst rondom lezenEen logopedist kijkt waar het knelt  en biedt ondersteuning op maat. In kleine stappen, met veel herhaling én succeservaringen.Tot slotKinderen leren lezen in stapjes. Soms zijn die stappen klein. Maar elk woord, elke letter, elke poging telt. Juist als het niet vanzelf gaat, is jouw aanmoediging goud waard.“We lazen vanochtend samen een boekje over katten. Voor het eerst las ze zelf het woord staart. Ze keek me aan en zei: ‘Mama, ik kan dit dus écht!’” – ouder van Noor, groep 3

04 augustus 2025
 Waarom praat mijn kind niet op school?

 Waar­om praat mijn kind niet op school?

Thuis is het net een radio. Alles wordt benoemd, verteld of nagespeeld. Maar op school? Stilte. Een blik, een schouderophaal, misschien een zacht ja of nee. En jij denkt: hoe kan dat? Wat er speelt achter het zwijgenKinderen die thuis volop praten maar op school niets durven zeggen, doen dat niet expres. Soms speelt verlegenheid mee. Soms is het een kwestie van tijd. En soms is het meer: een vorm van spreekangst die we selectief mutisme noemen. Een kind wíl praten, maar het lukt gewoon niet – het lijf blokkeert als het spannend voelt.Bij logopedie gebruiken we signaleringslijsten en oudergesprekken om te ontdekken wat er precies speelt. In de praktijk zien we vaak dat kinderen pas durven praten als ze zélf invloed mogen hebben op het tempo van de stapjes. Wat kun je als ouder doen?Erken het ongemakZeg liever: “Ik merk dat je het lastig vindt om op school te praten. Klopt dat?” dan: “Je moet gewoon wat zeggen.” Kinderen voelen zich dan gezien – en dat is stap één.Werk samen met schoolEen kind hoeft niet meteen in de kring te praten. Begin klein. Laat je kind vooraf één woord afspreken dat het in de kring gaat zeggen. Of oefen samen een manier om naar het bord te wijzen. Alles telt – als het maar veilig voelt.Speel het na thuisSpeel ‘schooltje’. Laat je kind even de juf zijn. Of samen de klas bedenken. Spel haalt druk weg. En oefening schept veiligheid.Merk je weinig verandering? Zoek hulpBlijft het zwijgen maandenlang, of belemmert het het leren en het contact? Dan kan begeleiding door een logopedist met ervaring in spreekangst helpen. Liefst samen met school. Wat je kind nodig heeftNiet een duwtje. Wel een hand.Niet een oordeel. Wel vertrouwen.Echt praten lukt pas als je kind zich veilig voelt en die veiligheid bouw je samen, stap voor stap.En dat begint bij wie luistert, niet bij wie praat.

28 juli 2025
Wat is een fonologische stoornis?

Wat is een fo­no­lo­gi­sche stoor­nis?

Veel jonge kinderen spreken woorden in het begin op hun eigen manier uit. Dat is normaal. Bijvoorbeeld:‘stoel’ wordt toel‘schaap’ wordt aap‘vis’ wordt tisMaar soms blijven deze vereenvoudigingen te lang hangen. Dan spreken we van een fonologische stoornis. Je kind gebruikt dan vaste ‘eigen versies’ van woorden die afwijken van hoe ze eigenlijk klinken.Waarom gebeurt dit?Je kind wil bijvoorbeeld staart zeggen, maar zegt steeds taart.Dat gebeurt niet expres. In zijn of haar hoofd is het woord als taart opgeslagen. Dus als je kind het zegt, denkt het: “Ik zeg het goed.”En precies dáár zit het probleem: je kind hoort zelf geen verschil. Het brein denkt: “Taart = staart, toch?” Maar jij hoort iets andersWat doet een logopedist bij een fonologisch probleem?Logopedie richt zich op het ‘opnieuw vullen’ van het woordgeheugen. Eerst met het goede woord, daarna met oefening om het zelf te zeggen. Dat werkt in drie stappen:Luisteren naar goede voorbeeldenJe kind hoort het woord zoals het hoort te klinken. Gewoon luisteren – zonder het zelf te hoeven zeggen – helpt al om het brein opnieuw te laten ‘wennen’ aan de juiste vorm.Spelenderwijs oefenenDaarna gaat je kind woorden herkennen en vergelijken. Bijvoorbeeld: “Welke klinkt anders?”, “Wat hoor je bij dit plaatje?”, of “Zeg eens het juiste woord bij deze afbeelding”.Zelf proberenPas als het juiste woord goed in het geheugen zit, gaat je kind het zelf zeggen. De logopedist begeleidt dat met eenvoudige, herhaalbare oefeningen in kleine stappen.Wat kun jij als ouder doen?Zeg woorden duidelijk voor: zonder nadruk, maar wél correctReageer positief als je kind het probeertZeg niet “Dat is fout”, maar geef het goede voorbeeldMaak het leuk: klankspelletjes, samen woorden zoeken in boekjes of tijdens het etenTot slotAls je kind een fonologische stoornis heeft, betekent dat niet dat het ‘niet goed praat’. Het betekent dat het brein een andere weg gekozen heeft – en dat we nu samen een nieuwe weg aanleren. Luisteren, herkennen en oefenen. Elke dag een stapje.“Eerst zei hij altijd ‘taat’ in plaats van ‘staart’. Maar vorige week zei hij ineens: ‘Kijk, een staart!’ – ik kreeg er kippenvel van.” – ouder van Mees, 4 jaarBronvermeldingDijkstra-Buitendijk, W., & van den Engel-Hoek, L. (2021). FonoLog – uitleg voor ouders over de 'Luister goed!'-oefeningen. Logopediemateriaal.nl.Gebaseerd op: Levelt (1989), Maassen (1996, 2003), Terbandt (2016). Zie ook: Dijkstra-Buitendijk & van den Engel-Hoek (2018). Articulatie (2e druk). Logopediemateriaal.nl.

21 juli 2025
Van peuter naar kleuter: taalontwikkeling in beeld (3 tot 4 jaar)

Van peu­ter naar kleu­ter: taal­ont­wik­ke­ling in beeld (3 tot 4 jaar)

Er komt een moment, meestal ergens tussen de plassen en de plakhandjes door, waarop je denkt: “Hé, ze praten echt met me. Niet alleen tegen me.” Die overgang van peuter naar kleuter is niet alleen fysiek en emotioneel groot, maar ook op taalgebied een ware groeispurt.Maar wat gebeurt er precies in die overgang? En hoe weet je of je kind lekker meegroeit?De ‘taalversnelling’ tussen 2,5 en 4 jaarIn de peuterfase gaat het snel. De woordenschat explodeert. Eerst hoor je losse woordjes (“bal”, “mama”, “op”), dan korte zinnetjes (“mama mee!”) en voor je het weet krijg je de eerste meningen te horen: “Dat is stom.” Of, nog mooier: “Ik ben geen baby meer.”Kleuters voegen daar iets aan toe: zinsbouw, verhaalopbouw, en gesprekstechniek. Ze beginnen te vertellen wat er gebeurde, waarom het gebeurde en hoe zij dat vonden. De peuter die “au” zei, wordt de kleuter die uitlegt dat hij viel “omdat de stoeptegel wiebelde”.Elke klank telt. Maar elk verhaal nog meer.Wat zie je vaak gebeuren?Tussen 3 en 4 jaar groeien kinderen naar het volgende niveau:Ze spreken in volledige zinnen van 5 tot 8 woorden.Ze leren werkwoorden vervoegen (“ik ging naar opa”).Ze stellen waarom-vragen. Veel. Heel veel.Ze gaan meespelen in taal: fantasiewoorden, grapjes, rijmen.Ze vertellen wat er gebeurde op de opvang – inclusief details die jij niet verwacht.Deze ontwikkeling komt grotendeels overeen met wat logopedisten zien in de overgang van TARSP-niveau 3 naar 4 – een veelgebruikt observatiesysteem voor taal bij jonge kinderen (De Jong, 2001; Bishop & Edmundson, 1987). Rond 3,5 jaar spreken kinderen gemiddeld zinnen van 5 tot 8 woorden, maar dat tempo verschilt per kind. Niet elk kind volgt dezelfde route  en dat is normaal.En ja, het blijft soms onduidelijk wat ze zeggen. Dat hoort erbij. Niet elke klank is al op z’n plek. Veel kleuters zijn nog volop bezig met het automatiseren van klanken als /r/, /s/ of klankclusters.Wat kun jij als ouder doen?Herhaal zonder verbeterenZegt je kind “Ik loopte daar”? Herhaal rustig: “Oh, je liep daar.” Zo hoort je kind het juiste model, zonder af te kraken. Kinderen leren van voorbeeldtaal – niet van correcties.Geef ruimte voor verhaalVraag niet alleen wat ze deden, maar hoe en waarom. “Wat vond jij daar leuk aan?” is vaak spannender dan “Wat heb je gedaan?”Laat taal leven in spelSpelen is taal in actie. Speel winkeltje, ziekenhuis of bouwplaats – en benoem wat je doet. Kinderen pikken het op zonder dat je het merkt. Lees samen met een open eindeKies boekjes met vragen en plaatjes om over te praten. Maak zinnen niet te snel af – laat je kind invullen. Verhalen samen maken is goud voor de zinsopbouw. Wees niet te snel bezorgd.Elk kind ontwikkelt anders. Een kind dat later praat, kan alsnog sprongen maken. Groeien in taal, groeien in vertrouwenVan peuter naar kleuter is een magische fase, een tijd van sprongen, struikelen en soms hilarische misverstanden. Het is geen rechte lijn, maar een kronkelig pad vol ontdekkingen. En weet je? Jij loopt er als ouder gewoon naast. Stap voor stap.Twijfel je?Heb je twijfels over de taalontwikkeling van je peuter of kleuter? Bespreek het met je consultatiebureau, de leerkracht of een logopedist. Taalontwikkeling op jonge leeftijd is belangrijk en vroeg erbij zijn helpt.Gebruikte inzichten:Deze blog is gebaseerd op praktijkervaring van logopedisten binnen Praatjuf, en op inzichten uit de TARSP-taalanalyse (De Jong, 2001), de taalontwikkelingsmodellen van Bishop & Edmundson (1987), en evidencebased ouderbegeleiding.

14 juli 2025
Taal op vakantie: 5 speelse spelletjes voor onderweg

Taal op va­kan­tie: 5 speel­se spel­le­tjes voor on­der­weg

Vakantie. Eindelijk rust. Of... een achterbank vol vragen, zuchtjes en geslinger met knuffels. Gelukkig is er één ding dat altijd meereist: taal. Je hoeft geen werkboekjes of apps mee te slepen. Met een beetje creativiteit verandert elk moment in een taalmoment.1. Wat hoor jij daar? (auditieve aandacht)Voor in de auto of op het terrasVraag je kind wat het allemaal hoort: een vogel, een vrachtwagen, het gezoem van een bij. Benoem samen en fantaseer erop los. Dit stimuleert auditieve discriminatie en woordenschat.2. Ik zie, ik zie, wat jij niet zegt (woordenschat)Voor onderweg of in de supermarktLaat je kind een voorwerp omschrijven zonder het te noemen. Jij raadt het. Goed voor actieve woordenschat en logisch denken.3. RijmpretVoor op de camping of bij een picknickNoem een woord en rijm samen: zand – hand. Fantasierijm mag ook! Goed voor klankherkenning en fonologisch bewustzijn.4. De vakantievertellerVoor ’s avonds in de tent of caravanLaat je kind het leukste moment van de dag navertellen. Help met vragen. Stimuleert verhaalopbouw, taalgebruik en reflectie.5. Woordenschat-wandelingVoor een boswandeling of marktZoek alles bij een gekozen thema: kleur, vorm, geluid. Dit vergroot de categorisatie en woordkennis.Waarom werkt dit?Deze spelletjes sluiten aan bij logopedisch onderzoek. Ze ondersteunen klankbewustzijn, woordenschat en zinsopbouw. Speels, eenvoudig en perfect voor taalgroei en zonder werkboekjes.Tip: Gebruik gewone momenten voor taalplezier. Je bent samen op pad en de taal reist vanzelf mee.

07 juli 2025
Betrokkenheid van ouders bij logopedie: waarom het verschil maakt.

Be­trok­ken­heid van ou­ders bij lo­go­pe­die: waar­om het ver­schil maakt.

“Logopedie is geen kwestie van één moment per week. Het is een dagelijks proces van samen oefenen, aanmoedigen en vertrouwen bouwen.”– NVLF-richtlijn indirecte taaltherapie, 2018Wat betekent ouderbetrokkenheid?Ouderbetrokkenheid gaat verder dan alleen 'meedoen'. Het draait om een dagelijkse omgeving waarin je kind wordt gestimuleerd om te oefenen met taal, spraak of communicatie. Denk aan klanken herhalen tijdens het tandenpoetsen, samen lezen of doelwoorden corrigeren tijdens het praten.Waarom is dit zo belangrijk?Actieve ouderbetrokkenheid verhoogt de effectiviteit van logopedie. Kinderen maken sneller vooruitgang, automatiseren beter en behouden resultaten langer. Een meta-analyse (Roberts & Kaiser, 2011) toont aan dat dit effect groter is dan bij alleen directe therapie.Casus uit de praktijkEen jongen van 3,5 jaar met een lichte spraakstoornis oefende met Fonolog. Dankzij dagelijkse herhaling met ouders, broer en zus verbeterde hij zijn uitspraak binnen enkele maanden. Zijn verstaanbaarheid steeg van 'soms tot meestal' naar 'altijd'.Wat helpt jou als ouder?Duidelijke uitleg over behandeldoelenPraktische tips afgestemd op je dagritmeMateriaal dat past bij de interesses van je kindRegelmatige terugkoppeling van de logopedistVertrouwen bouwen = effect vergrotenOuderbetrokkenheid is geen extraatje. Het is essentieel voor succes, groei en plezier in communicatie.Let op: deze tekst is informatief en vervangt geen persoonlijk logopedisch advies.

23 juni 2025
Taalstimulering bij anderstalige ouders: zo help je je kind groeien in taal

Taalsti­mu­lering bij anders­talige ouders: zo help je je kind groeien in taal

Je wilt je kind helpen. Maar hoe doe je dat, als je zelf (nog) niet goed Nederlands spreekt? Het goede nieuws: je hoeft geen perfect Nederlands te spreken om je kind goed te ondersteunen. Taal begint thuis – en elke taal telt.Thuis praten = taal gevenOf je nu Arabisch, Pools, Turks of een andere taal spreekt: jouw woorden zijn waardevol. Kinderen leren taal door te luisteren, te praten, en te spelen met woorden. En dat kan prima in jullie moedertaal.Wat je zegt, is minder belangrijk dan dát je met je kind praat.Wat helpt:Praat hardop tijdens dagelijkse momenten: aankleden, koken, boodschappen doen.Benoem wat je ziet en doet. Laat je kind aanvullen of herhalen.Zing samen liedjes of vertel korte verhaaltjes – in je eigen taal.Stel vragen die beginnen met: wie, wat, waar...?Zorg vooral voor rust en herhaling. Kinderen hebben daar veel baat bij.En het Nederlands dan?Het Nederlands komt op school en bij de opvang vanzelf op gang. Maar een beetje extra oefening thuis helpt. Ook als jij als ouder zelf maar weinig Nederlands spreekt.Wat je kunt doen:Kies een paar Nederlandse woorden per week (bijv. “appel”, “fiets”, “raam”) en gebruik ze samen.Kijk samen naar rustige kinderprogramma’s, bijvoorbeeld op NPO Zappelin. Zeg woorden na.Gebruik boekjes met plaatjes. Benoem wat je ziet, of laat je kind aanwijzen wat jij zegt.Samen kijken. Samen praten. Dat maakt verschil.PraktijkvoorbeeldEen moeder uit Eritrea las elke dag een prentenboek voor in het Tigrinya. Ze begreep weinig Nederlands, maar oefende elke avond met haar dochter drie Nederlandse woorden die ze op school had geleerd. Binnen een paar maanden sprak het meisje in korte zinnen – én in twee talen.Samenwerken met school of logopedieJe hoeft het niet alleen te doen. Vraag op school wat ze oefenen. Laat weten wat jij thuis ziet. En als je kind naar logopedie gaat: vraag om tips die passen bij jullie thuissituatie.Voorbeelden van vragen:“Welk woordje oefenen jullie deze week?”“Wat kan ik thuis doen, ook al spreek ik zelf weinig Nederlands?”“Hebben jullie plaatjes of filmpjes die ik kan gebruiken?”Weet: meertaligheid is géén probleem. Het is een kracht. Juist als je samenwerkt.Tot slotOok zonder perfect Nederlands ben jij de belangrijkste taalmaat van je kind. Jij kent je kind het beste. Jij weet wat hem of haar blij maakt. En jij bent degene die elke dag opnieuw taal aanreikt – met liefde, aandacht en geduld.Elke klank telt. Elke poging is een stap vooruit.

16 juni 2025
sluiten

Meld je aan voor onze maandelijkse logopedie oefeningen

Wij zijn aangesloten bij

DTL Proof
Gezondheidscentrum Didam
Gezondheidscentrum Waalsprong
Kiwa
KP
Praatcoach
Praatjuf
NVLF
ParkinsonNet
Unik
Werken bij Praatjuf
x

Heb je een vraag? Bel ons! Bereikbaar van ma t/m vrijdag van 08:30 - 17:00

Praatjuf