Kwijlen: natte shirts, volle slabben en soms méér dan dat.

Voor jonge kinderen is kwijlen heel normaal. Speeksel hoort bij groei: het helpt bij slikken, eten, praten. Maar wat als die natte kin blijft? Als het kwijlen zóveel is dat shirts nat zijn, of speelgoed drijfnat?
Dan is het tijd om wat beter te kijken en soms ook te handelen.
Wat is normaal en wat niet meer?
Tot 18 maanden is kwijlen heel gebruikelijk. Kinderen leren dan hun mond- en tongspieren te gebruiken.
Tussen 18 maanden en 3 jaar neemt het meestal af, met tijdelijke terugval bij doorkomende kiezen of verkoudheid.
Na 4 jaar hoort kwijlen zeldzaam te zijn. Als het dan nog regelmatig voorkomt, is er vaak iets meer aan de hand.
Waarom blijft een kind kwijlen?
- Langdurig kwijlen kan komen door:
- Onvoldoende mondsluiting (lippen blijven open),
- Slappe mond- of tongspieren,
- Moeite met slikken of speekselbeheer,
- Open mondademhaling of lage spierspanning
- Of neurologische oorzaken, bijvoorbeeld bij een ontwikkelingsstoornis.
Het is zelden luiheid. Het is vaker een motorisch patroon dat niet goed is meegegroeid.
Ouders zeggen vaak: “Hij heeft het zelf niet door.”
En dat klopt.
Kinderen voelen speeksel niet altijd, of herkennen het signaal om te slikken niet op tijd.
Wanneer onderneem je actie?
Let op deze signalen:
- Je kind is ouder dan 4 en kwijlt meerdere keren per dag
- Kleding, speelgoed of boeken raken nat
- Andere kinderen beginnen opmerkingen te maken
- Je kind krijgt last van huidirritatie rondom de mond
- De mond staat vaak open, ook als je kind niet praat of eet
- Je merkt dat het kwijlen hem belemmert in contact of zelfvertrouwen
- Dan is het zinvol om hulp in te schakelen.
Wat kun je als ouder doen?
Observeren zonder oordelen
Let op wanneer het kwijlen gebeurt. Tijdens spel? Bij vermoeidheid? Of juist bij concentratie?
Speels stimuleren
Oefen samen mondsluiting door: rietjes drinken, blazen door fluitjes of bellenblaas, liptrillingen maken, slikspelletjes doen.
Herinneren zonder schaamte
Zeg rustig: “Ik zie wat speeksel, wil je het even wegslikken?”
Of gebruik een discreet handgebaar. Zo help je zonder dat je kind zich bekeken voelt.
Neem contact op bij twijfel
Een logopedist onderzoekt de mondmotoriek en het speekselbeheer. De huisarts of jeugdarts kan onderliggende oorzaken mee beoordelen. Vroege begeleiding voorkomt frustratie én natte kleren.
Kwijlen is geen onwil, het is een signaal.
Een kind dat kwijlt, laat vaak zien dat iets nog niet helemaal in balans is. Geen reden voor paniek, wél voor aandacht.
Met de juiste hulp groeit mondcontrole gewoon mee.
Bronnen
- Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) – www.nvlf.nl
- Kentalis – Informatie over speekselverlies en mondmotoriek – www.kentalis.nl
- NHG-richtlijn 'Sialorroe' – Nederlands Huisartsen Genootschap – www.nhg.org
- JGZ-richtlijnen / Centrum voor Jeugdgezondheid – www.ncj.nl
Wij zijn aangesloten bij
Meld je aan voor onze maandelijkse logopedie oefeningen