Woordoefeningen om onopvallend de taal te verbeteren van je kind uit groep 3, 4, 5

Verpak het oefenen van woorden in een leuk spelletje. En gebruik de woorden die je kind lastig vindt overdag regelmatig, zodat hij/ zij er vertrouwd mee raakt. Bijvoorbeeld tijdens het eten of tijdens het naar school brengen. 

Door middel van onderstaande eenvoudige oefeningen, kun je op een prettige manier nieuwe woorden trainen met je kind. Probeer het maar eens uit. 

Welk woord mist er? (Groep 3 en 4)

• Lees een stukje voor uit het boek wat je kind aan het lezen is, of dat jullie lezen voordat je kind gaat slapen.
• Kies regelmatig een woord en lees dat niet hardop, maar zeg: “puntje, puntje, puntje”. 
• Laat je kind opnoemen of opschrijven wel woord er op de puntjes hoort te staan.
• Let op dat je een logisch woord kiest, zodat je kind ook daadwerkelijk het woord kan raden. 
• Wees er ook niet te precies in. Vaak zijn er meer woorden mogelijk om de zin kloppend te maken: 
• “Kim rende door het ….” Hier kun je ‘bos’ invullen, maar ook ‘steegje’ of ‘water’ 

Praatjuf tip: Een positieve reactie vergroot de kans dat je kind het spelletje leuk gaat vinden en de aandacht erbij houdt. 

Combinatiespel (Groep 4 en 5)

• Knip kaartjes van 8X3.
• Zoek/ verzin woorden die zijn samengesteld uit 2 woorden en die ook los gebruikt kunnen worden.

Denk daarbij bijvoorbeeld aan:
Schoolbord
Fietsslot
Tandenborstel
Deurmat

• Schrijf deze woorden op 2 kaartjes: op één kaartje schrijf je ‘school’, op het andere kaartje ‘bord’, enzovoorts.
• Hussel vervolgens de kaartjes door elkaar en laat je kind zo veel mogelijk juiste combinaties maken.
• Dat kunnen ook andere combinaties zijn, zoals ‘deur-slot’.

Het maken van combinaties kan jouw kind helpen om nog meer samengestelde woorden te verzinnen. Laat ze maar opschrijven. Dat is meteen een goede oefening. 

Rollenspel (Groep 4 en 5)

Als je een boek hebt waarbij er regelmatig een dialoog gevoerd wordt (daarbij zeggen in het boek 2 personen om en om iets tegen elkaar), dan kun jij je kind een rol laten kiezen. Laat je kind de stukjes tekst voorlezen die zijn/ haar rol zegt. Jij leest de andere rol voor. Jullie gaan in feite tegen elkaar praten. Probeer dit te doen alsof het een toneelstuk is, dus met bijpassende stem, intonatie en gezichtsuitdrukking. Het boek gaat op die manier veel meer ‘leven’ bij je kind. 

Veel oefenplezier!
Vind meer praktische taaloefeningen voor thuis op de Logopedie Oefeningen pagina van Praatjuf.